Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het uitstel van de beoogde inwerkingtreding van de regeling 'bedrag ineens' naar 1 juli 2026. In zijn brief benadrukt hij het belang van goede informatievoorziening over de keuze voor een bedrag ineens en de gevolgen daarvan.
Daarnaast informeerde de minister de Kamer over de uitkomsten van een vooronderzoek door het Nibud naar een tool die als laagdrempelige keuzehulp moet dienen. Deze tool, die begin 2026 beschikbaar zal zijn, moet burgers ondersteunen bij hun keuze voor een bedrag ineens. Het uitstel van de inwerkingtreding is mede vanwege de tijd die nodig is voor de ontwikkeling van deze tool.
De regeling 'Bedrag ineens' is een onderdeel van het bredere pensioenakkoord dat enkele jaren geleden is gesloten. Dit akkoord is tot stand gekomen door samenwerking tussen de overheid, werkgeversorganisaties en vakbonden. De Tweede Kamer heeft op 8 oktober 2024 het wetsvoorstel Wet herziening bedrag ineens aangenomen, wat een belangrijke stap was in de invoering van deze regeling.
De aanleiding voor deze regeling was de behoefte aan meer keuzevrijheid voor gepensioneerden, zodat zij een deel van hun opgebouwde pensioen in één keer kunnen opnemen. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn voor grote uitgaven of om financiële wensen te vervullen. De regeling is echter meerdere keren uitgesteld om pensioenfondsen en verzekeraars voldoende tijd te geven hun systemen aan te passen en deelnemers goed te informeren over de financiële gevolgen van hun keuze.
Het uitstel van de inwerkingtreding van de regeling 'bedrag ineens' naar 1 juli 2026 heeft verschillende gevolgen: